Schending mensenrechten in India


In een open brief aan H.M. Koningin Beatrix die van 24 tot 27 oktober een staatsbezoek aan India brengt, vraagt de Landelijke India Werkgroep (LIW) aandacht voor de ‘arme kant van India’: de Dalits (‘kastelozen’), kindarbeiders en (land)arbeiders wiens rechten dagelijks worden geschonden. Ondanks de enorme economische groei is hun situatie niet verbeterd. De LIW wijst ook op het feit dat haar medewerkers al jaren geen visum voor India krijgen en momenteel juridisch vervolgd worden door een Indiaas kledingbedrijf. Ook andere organisaties en bedrijven worden daardoor nu, en mogelijk in de toekomst, getroffen.

In haar brief beschrijft de LIW de situatie van de 160 miljoen Indiase Dalits (‘kastelozen’) die het slachtoffer zijn van systematische discriminatie, vernedering en uitbuiting. Recente publicaties als ‘Hidden Apartheid’ van Human Rights Watch maken duidelijk dat de Indiase regering ernstig tekort schiet bij het beschermen van de rechten van de ‘onaanraakbaren’. In maart 2007 concludeerde de VN Commissie voor Uitbanning van Rassendiscriminatie dat de feitelijke ‘kastenscheiding’ van Dalits voortduurt en dat geweld tegen hen, waaronder veelvuldig seksueel geweld tegen Dalit vrouwen, zelden wordt bestraft. Dit grote internationale mensenrechtenprobleem mag tijdens het staatsbezoek niet onbesproken blijven. Volgens de Indiase regering werken er bijna 13 miljoen kinderen, maar onafhankelijke schattingen lopen op tot 100 miljoen. De meeste van hen gaan niet naar school. Uit een recent rapport van de LIW blijkt dat ruim 400.000 kinderen gevaarlijk en slavernijachtig werk verrichten voor onze katoenproducten. Alle fracties in de Tweede Kamer hebben onlangs via vragen aan de regering duidelijk gemaakt dat kinderarbeid tijdens het staatsbezoek aan India besproken moet worden. Zo moet er op worden aangedrongen dat India de internationale verdragen tegen kinderarbeid tekent én uitvoert.

Negen van de tien werkende Indiërs moeten het zonder bescherming van arbeidswetten stellen. Zij verdienen meestal tussen een halve en een hele euro per dag, ver onder het officiële minimumloon. Deze ‘rechteloze arbeiders’ – vaak Dalits – werken ook in de (uitbestedings)keten van Nederlandse bedrijven. Tijdens het staatsbezoek worden nieuwe mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven verkend. Minstens evenveel aandacht moet besteed worden aan plannen om arbeidsrechten te realiseren: een ‘leefbaar loon’, vakbondsvrijheid, geen discriminatie en geen dwang- en kinderarbeid.

Mensenrechten omvatten alle elementaire voorwaarden voor een menswaardig bestaan en beschermen mensen – als individuen en als groepen – tegen machtsmisbruik. Mensenrechten zijn gelijkelijk toepasbaar ten aanzien van iedereen en zijn niet overdraagbaar. Ze zijn o.a. vastgelegd in internationale teksten zoals de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) van 1948 en op regionaal niveau bijvoorbeeld het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens van 1950. Het handhaven en bevorderen van mensenrechten komt in eerste instantie toe aan de nationale overheden. De internationale verdragen, waarin de mensenrechten zijn vastgelegd, richten zich tot staten. Het gaat in de eerste plaats om de relatie tussen burger en staat. Door de toenemende internationale activiteiten, hebben bedrijven steeds meer invloed op het economische leven. Dit kan leiden tot economische welvaart, maar kan soms ook negatieve gevolgen hebben voor individuen indien dit zou leiden tot schendingen van hun fundamentele rechten. De globalisering van de economie roept vragen op over de rol van ondernemingen ten aanzien van de mensenrechten. Het gaat niet enkel over de toepassing van mensenrechten binnen de onderneming maar ook over de vraag hoe ondernemingen positief kunnen bijdragen tot het respect van de mensenrechten in de landen waar ze actief zijn. Ondernemingen en mensenrechten
De mensenrechten kunnen de aandacht vragen van de ondernemingen zowel wat betreft hun interne functionering als daarbuiten. Op intern vlak heeft dit betrekking op:
– de normen die de verhouding tussen werknemer en werkgever bepalen, zoals bijvoorbeeld het recht om vakbonden op te richten en het recht lid te zijn van een vakbond.
– de arbeidsnormen die de concrete omstandigheden binnen de onderneming regelen, zoals de fundamentele arbeidsnormen die met instemming van overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties zijn vastgelegd binnen het kader van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Van de 185 conventies die in dit kader werden aangenomen zijn er een aantal die worden beschouwd als de 5 basisarbeidsrechten van de IAO. Zij gaan meer bepaald over kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie in de tewerkstelling, vrijheid van vereniging en vrijheid van collectieve onderhandeling. Deze rechten vormen als het ware de centrale kern van de arbeidsrechten. Daarnaast worden internationaal werkzame ondernemingen aangesproken op aspecten van mensenrechten die niet direct betrekking hebben op hetgeen zich binnen de onderneming afspeelt, maar binnen de samenleving waar zij actief zijn. Het betreft o.m.:
– het niet ontplooien van activiteiten die Staten helpen of aanzetten tot het schenden van mensenrechten of het aanbieden van goederen en diensten die kunnen gebruikt worden om mensenrechten op grove wijze te schenden, zowel burgerlijke en politieke rechten als economische, sociale en culturele rechten, maar bijdragen tot de uitoefening van deze rechten.
– zelf geen schendingen van mensenrechten van de lokale bevolking veroorzaken of ertoe aanzetten, bijvoorbeeld door de implementatie van veiligheidsmaatregelen door het veiligheidspersoneel
– de verplichtingen inzake eerlijke handelspraktijken en consumentenbescherming respecteren en
– pogingen tot omkoping of andere vormen van corruptie of ongeoorloofd voordeel niet toelaten.

Acties van ondernemingen
Op internationaal niveau leveren vele ondernemingen reeds zeer grote inspanningen. Vele bedrijfsleiders zijn overtuigd van het belang van de mensenrechten. Zij zijn er zich van bewust de economische en financiële impact die het respect voor de mensenrechten met zich meebrengt. De NGO’s en de publieke opinie dragen eveneens bij tot de uitbouw van een mensenrechtenbeleid binnen de ondernemingen. Het in acht nemen van de mensenrechten kan op verschillende wijzen worden gerealiseerd. De invulling hiervan zal per onderneming verschillen en wordt onder meer begrensd door de aard, omvang en locatie van de bedrijfsactiviteiten. Vele ondernemingen hebben de mensenrechten opgenomen in hun interne gedragsregels of ethische code. Deze vorm van zelfregulering wordt beschouwd als een zeer belangrijke instrument in het kader van het mensenrechtenbeleid van een onderneming. Gezien het vrijwillige karakter van de gedragscodes, zijn er verschillende mogelijkheden op dit op te volgen. Sommige ondernemingen hebben een vorm van interne rapportering op punt gesteld. Andere stellen ook een extern rapport op waarin zij de inspanningen en vooruitgang beschrijven die zij hebben gemaakt. Nog andere maken in hun jaarverslag melding van hun activiteiten inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Reacties

      Schrijf een reactie


      Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

      Register New Account
      Wachtwoord opnieuw instellen