Doorbroken Regen


SpecialsEen onwerkelijk, verborgen park midden in de grote stad. Voor kinderen een wonderlijk sprookjesbos. Enigszins beangstigend onder de donkere schaduwen van het dichte bladerdak. Een goed bewaard geheim, bijna afgesloten van de buitenwereld, dat nog de sfeer uitademt van het oude Amsterdam.

Ik loop door het Vondelpark. De bladeren van de hoge, slanke, donkerbruine bomen zijn nog vol groen…al ligt de herfst duidelijk op de loer in de koude wind. Een man speelt onder het verwaarloosde viaduct een oud liedje op zijn bijna versleten gitaar. ‘She’s Always a Woman’. ‘t Is lang geleden dat ik hier geweest ben. Een hele andere situatie, een ander leven….Ik was hier met mijn moeder en mijn broertje van drie, toen ik een jaar of acht was. Ze had haar koffers gepakt, nadat haar man…de man die zogenaamd mijn vader zou moeten zijn…haar kleren naar buiten had gegooid. Hij had haar ervan beschuldigd dat ze vreemdging, terwijl hà­j het was die haar jaren terug bedrogen had. Nu was hij zelf wantrouwig, omdat hij blijkbaar niemand kon vertrouwen. Ook niet zichzelf. Mijn moeder besloot hierna naar een Blijf Van Mijn Lijf Huis te gaan en enkele dagen later zaten we hier in het park, aan een meer…op zo’n koude dag.

Mijn moeder keek peinzend naar het water. Ik herinner me veel momenten dat ze thuis zo door de glazen ruiten naar buiten keek en ik me afvroeg waarom…maar nu stonden we buiten. Moeder en kinderen alleen. Ze begon een gesprek met mij. Al was het alleen van één kant uit. Ik sprak toen niet. Ik was zelfs zo stil dat m’n leraren zich zorgen begonnen te maken. “Ze zeggen dat je autistisch bent, misschien geà¯soleerd begint te raken van de andere kinderen…Ach, het is misschien ook wel mijn schuld. Ik praat eigenlijk nooit met je. Ik weet ‘t niet…Waarschijnlijk begrijp je wel helemaal niets van wat ik je nu zeg…..maar soms….soms denk ik dat je volgens mij wel alles begrijpt, wat er om je heen gebeurd is…en dat je daarom nu zwijgt…Wat ik in je ogen zie als ik je aankijk…ik voel dan schuld…omdat ik weet dat alles wat ik je heb aangedaan, daar in je ogen zit. Die pijn, jouw pijn, verdriet. Je bent nog zo klein en kijk waar ik je nu al mee heb opgezadeld…..Ik wist niet dat het zo erg zou worden…..Dat ‘t ook jullie zou treffen…Ik wist niet dat je zo zou dichtslaan, dat je alles wist…..”

Mijn moeder was toen nog een jonge vrouw. Ze was vroeg getrouwd. Te vroeg wellicht. Ze kreeg mij in datzelfde jaar. Alles ging snel voor haar. De verhuizing van haar geboorteland Suriname naar het onbekende Nederland. De trouwerij. Kinderen. Mijn vader zorgde voor het inkomen en was het grootste deel van de dag weg. We zagen hem zelden tot nooit. M’n moeder bleef thuis achter en zorgde voor ons…maar ik weet niet of je het ‘zorgen voor’ kunt noemen. Ze kleedde ons wel, gaf ons te eten, baadde ons…maar daar bleef het ook bij. Meestal zat ik in m’n eentje thuis…starend naar de tv in een lege kamer, verdwijnend in de andere werkelijkheid…weg van deze. Ik observeerde al die mensjes op het beeldscherm, hun levens, en vergat de mijne. Toch deed ik het goed op school. Ik was zelfs uitmuntend…..waarschijnlijk omdat het de enige plek was waar ik gewaardeerd werd. Het gevoel had dat ik er wezen mocht.

“Je was altijd al zo’n slim kind,” begon ze verder. “Ik wist het al vroeg als ik je zag, bezig met puzzels, pen en papier, tekenend, naar andere kinderen kijkend. Zo was je altijd. Je keek naar alles, je luisterde naar alles…maar niemand keek naar jou, niemand luisterde naar jou. Ik heb nooit gezegd dat ik van je hou. Niemand heeft dat ooit tegen je gezegd…..En je bent acht, à¡cht! Hoe ben ik hierin terechtgekomen, hoe heb ik jullie kunnen laten worden meegetrokken…” Met trillende handen haalt ze haar aansteker tevoorschijn en steekt een sigaret aan. “Je kan niet zo worden als ik, lieverd. Ik kan je nooit zo laten worden als ik.” Ineens verschijnen tranen op haar wangen. “Ik hoopte bij God dat dà¡t nooit gebeuren zou…maar ben ik nu te laat? Te laat voor jou, dat jij nog zal voelen hoe het is om van gehouden te worden? Ik moet weg. Daarom moet ik weg van hem. Ik dacht dat ‘t liefde was wat ie voor me voelde, wat ik voor ‘m voelde. Het is er toch wel ooit geweest? In het begin misschien. Maar mensen veranderen…..of is het simpelweg hun ware aard die na een tijd weer naar boven komt? Sommige mensen zijn verminkt voor hun leven door wat ze in hun jeugd hebben meegemaakt, Shivani. Verminkt, verdoofd, vermoord…..En als ze ouder worden gaan ze weer dezelfde fouten maken, ze weten niet beter. Ze hebben ‘t nooit geleerd…nooit gekend. We hebben allemaal iemand nodig die van ons houdt. Ik dacht dat als ik genoeg van hem hield, genoeg m’n best deed, hij misschien ook van mij houden zou…..maar voor sommige mensen maakt het niets meer uit, voor sommige mensen is ‘t te laat. Sommige mensen kunnen niet meer veranderen…..”

Er klinkt ineens gedonder vanuit de lucht en stortregen doemt op vanuit de donkergrijze wolken. Haar sigaret dooft uit. M’n moeder haalt grote, zwarte paraplu’s te voorschijn en dekt ons daarmee van de regen af. Ik zie de spetters in het water slaan en de vogels beschutting zoeken onder de bomen aan de overkant. Ze gaat dan verder.

“…..Maar jij kan dat wel en het is jouw schuld ook niet. Het is mijn schuld. Je kon niets doen in dat huis. Lange tijd kon ik dat ook niet. Ik was gewoon een gevangene in mijn eigen huis. Hij dreigde me te slaan als ik ‘m zou verlaten, me zonder geld achter te laten. De kinderen van me af te pakken. Hij heeft me vaak alle hoeken van de kamer laten zien…..Waarom?…..Waarom?….Het zijn vragen waarover jij helemaal niets te zeggen kon hebben, die zomaar jouw leven zijn binnengevallen, zonder dat je de keuze had. Zonder dat je de keus had om weg te lopen, weg te gaan…..Ik had die macht wel, die keus…..en ik zal ‘m nu ook eindelijk maken, lieverd…Maken zal ik ‘m en ik hoop dat je me ooit kunt vergeven. Dat ik je zo’n pijn heb gedaan dat je niet meer praten kan, niet meer met mij…..en het ergste is dat ik niet eens weet of het is, omdat je niet kàºnt praten…of omdat je niet wà­lt…en ik twijfel of het dat laatste is. Ik doe het voor jou en ik doe het ook eindelijk voor mezelf. Ik ga bij hem vandaan….” Ze pakt me ineens vast bij m’n schouders…. “En ik hoop dat ik in verloop van tijd ook jou dichter bij mezelf krijg, ik hoop het echt. Je schenkt mij die moed. Want ik hoop ooit weer die blik in je ogen terug te krijgen. De vreugde van jouw lach te horen.”…….

….. Oktober 2002. Elf belangrijke jaren zijn we inmiddels verder sinds die dag. Ik ben nu een jonge vrouw van negentien. Ik sta aan het begin van mijn leven met ontelbare vragen. Enkele maanden nadat mijn moeder mijn vader verlaten had, werd mijn stilzwijgen doorbroken. Ze hebben nooit met zekerheid kunnen vaststellen dat het autisme was, de dokters, en ze weten ook niet precies waardoor het ontstaat. Ik had aanvankelijk een achterstand op de lagere school, maar die haalde ik snel in. Ik mis nog steeds bepaalde sociale vaardigheden, maar ik ben op weg om deze zeker te ontplooien…..en nu sta ik hier, niet voor een tweesprong, maar voor een duizendsprong. Zal ik studeren, zal ik verhuizen, zal ik gaan reizen, zal ik gaan werken? Zoveel keuzes te maken, zoveel wegen die afslaan vanaf hier. Daarom zal ik er dit jaar even volledig tussen uit gaan…om na te denken over al die keuzes…en als ik een keuze heb gemaakt…zal het de mijne zijn.

Mijn moeder is een jaar geleden overleden en zal mijn keuze niet meemaken. Ik wist dat ik, als ik me haar wilde herinneren, naar het Vondelpark moest komen. Omdat dà¡t de plek was waar ze zich kon voelen zoals ze was. Waar ze kon vluchten en een plek van rust vond. Dat ik hier sta vandaag, geeft blijk van het feit dat ik wel degelijk alles gehoord heb wat ze me toen heeft gezegd. Ik heb natuurlijk niet alles kunnen schrijven, zoals ze ‘t precies had gezegd…ik was ook maar acht….maar ik heb het begrepen. En als ze me nu ziet, vanuit waar ze ook rust…..zal ze met een lach zien dat haar doel is bereikt.

Reacties

      Schrijf een reactie


      Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

      Register New Account
      Wachtwoord opnieuw instellen