De voorouders van Rama 2


Raghu, de zoon van Dilipa en Sudakshina groeide al snel op, hij was nu oud genoeg om zijn onderricht te beginnen. Dilipa zelf onderwees hem de kunst van het oorlogvoeren. Hij groeide op tot een edele en vrijgevige prins en werd na enkele jaren troonopvolger. Dilipa is van plan om zijn honderdste offerplechtigheid, Ashvamedha te houden, om zo aanspraak te maken op de titel ‘heer van honderd offerplechtigheden’. Dat is een titel waar Indra alleen recht op heeft. Dilipa wilt dat zijn zoon Raghu het offerpaard beschermt. Raghu wou zijn vaders woorden omzetten in daden en ging op strijd.

Zo versloeg Raghu vele koningen. Maar ondertussen raakte de heer Indra (koning der devata’s) verstoord, want hij wist dat als Dilipa het Ashvamedha offer volbrengt, hij niet langer alleen recht heeft op de titel “heer van honderd offerplechtigheden”. Indra maakte zichzelf onzichtbaar en ontvoerde heb paard van Raghu en hield geen rekening met Nandini’s genegenheid voor Raghu. Terwijl Raghu en zijn vrienden toekeken, schonk Nandini hem de kracht om Indra te zien, en riep naar Indra toe “waarom hindert u ons, u dient onze vijanden te straffen en niet dit paard te stelen” waarop Indra zei; “Ik laat mijn titel niet beroven door jou vader”. Maar onder tussen schoot Raghu met zijn Boog, al raak naar Indra toe, en Indra schoot terug met pijlen, maar die miste Raghu, tot dat zijn Boog brak en zijn dodelijke wapen Vajra naar Raghu raak gooide. Zijn vrienden dachten dat Raghu gedood was, maar uit een wonder stond Raghu op, Indra kon zijn ogen niet geloven dat hij zijn dodelijke wapen heeft kunnen overleven en was bereid om Raghu alles te schenken. Raghu vroeg als geschenk om zijn vader het volle profijt van al zijn offers te geven, ook al volbrengt hij zijn honderdste offer niet. 

Toen Raghu terug ging naar Ayodhya stond zijn verwelkoming op hem te wachten.
Dilipa bekroonde Raghu tot de koning. En zo werd Raghu koning en zijn ouders vertrokken weer terug het woud in. Toen de koningen dit hoorden, die door Raghu verslagen waren, zeiden ze als hij zijn belasting wou hebben, hij het zelf moest komen ophalen. Raghu nam een besluit om een veroveringscampagne te houden en niet terug te keren net zo lang ze de aarde niet veroverd hadden. Nadat hij na enkele jaren zijn grote taak had voldaan, keerde hij terug naar de rijkdom. Nu Rahgu al zijn macht had gevestigd, besloot hij zijn rijkdom weg te schenken.
Hij wou eerst geschenken geven aan de koningen die hij had onderworpen en dan aan zijn onderdanen, toen alles al weggeschonken was, verscheen er een jonge wijze voor Raghu, hij vertelde dat hij zijn leraar moest betalen, maar hij zag dat hij te laat was gekomen dus zou hij het ergens anders proberen. Toen de wijze wou vertrekken hield Raghu hem tegen en vroeg wat het bedrag was dat hij moest aflossen. Het was een nogal hoog bedrag, dat de jonge wijze moest afbetalen, maar Raghu wist dat de Kubera zoveel rijkdom hadden en zou het van hem moeten afnemen. Hij stelde de jonge wijze voor om enkele dagen bij hen te verblijven tot dat hij het bedrag zou hebben. Kubera wist wat hem te wachten stond en wou niet in strijd gaan met Raghu, en had Rughu’s kisten gevuld met goud.

Bij de dageraad wou Raghu vertrekken om Kubera te veroveren, maar er werd geroepen dat het Kubera de geldkisten al gevuld had. Toen de jonge wijze dit bedrag had gekregen, gaf hij Raghu de zegen met een zoon. En zo werd de beloofde zoon geboren, hij werd Aja (de ongeborene voortgekomen uit de allerhoogste ziel) genoemd. 

Amiet Mahadew

Reacties

      Schrijf een reactie


      Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

      Register New Account
      Wachtwoord opnieuw instellen