Wilde olifanten zetten Indiaas eiland op stelten
India claimt met haar aantal van tien – tot vijftienduizend olifanten de trotse bezitter te zijn van de grootste olifantpopulatie van Azië waarvan er bijna vijfduizend te Assam leven. Tengevolge van de snelle inkrimping van hun leefgebied , waarbij er middels satellietbeelden kon worden aangetoond aan dat er in de periode 1996-2000 te Assam 280.000 hectare aan bos zou zijn verdwenen – loopt de populatie snel terug en vertonen de olifanten zich steeds vaker in bewoonde gebieden. In het noorden van Assam werden in 2001 negentien olifanten door dorpelingen wegens het verorberen van gewassen en het vernielen van hutten, vergiftigd.
Een kudde van zo’n honderd wilde olifanten zette op een eiland, gelegen in een rivier ten Noordoosten van India de boel op stelten. Ze trapten gelijk FBI-agenten deuren in, maakten huizen kapot, deden zich tegoed aan suikerriet en zaaiden paniek onder de bevolking. De eilandbewoners proberen de olifanten met vuren en vuurwerk te verjagen. De olifant is een echt familiedier. Tenminste…. de vrouwtjes dan. Vrouwen en kinderen leven allemaal samen in een kudde. Zodra een mannetje volwassen wordt (als hij ongeveer 8 tot 10 jaar is), wordt hij de kudde uitgezet. Soms vormen een aantal mannetjes samen een kudde, maar meestal blijft een mannetje alleen. Alleen voor het paren mag het mannetje in de buurt van de vrouwtjeskudde komen. In de kudde is het oudste vrouwtje de baas. Als er een baby geboren wordt, helpen alle vrouwtjes. Vaak is er een ‘tante’ die extra veel doet. Om te voorkomen dat ieder vrouwtje met de sterkste bul gaat paren, heeft de natuur een oplossing bedacht. Een bul moet in het reservaat zijn om te kunnen paren. Als een bul in het reservaat zit, wordt hij erg stoer voor de vrouwtjes! Ze worden allemaal verliefd op hem! Hij krijgt dan meer mannelijke hormonen waar hij sterk, stoer en wild van wordt. De andere mannetjes gaan hem dan uit de weg. De bullen zijn bijna nooit tegelijk in het reservaat. Heel af en toe gebeurt dat wel, dan vechten de twee bullen in het reservaat om het vrouwtje met wie ze allebei willen paren. Soms loopt het slecht af voor een van de bullen.
De olifant stamt af van de mammoet. Mammoeten leefden vroeger in de prehistorie. Ongeveer 12.000 jaar geleden is de mammoet uitgestorven. Er hebben drie soorten mammoeten bestaan: de zuidelijke mammoet, de steppemammoet en de meest bekende mammoet: de wolharige mammoet. Vanwege de dikke vacht van deze mammoet kon hij echte ijstijden doorstaan. Hij had een dikke vacht met haren tot op de grond. De oren waren klein en ook bedekt met haren. De twee andere mammoeten waren niet zo dik behaard. Omdat veel van het water op aarde in de ijstijd bevroren was, was er niet overal water in de zeeën. Daardoor kon de wolharige mammoet zich verspreiden over grote delen van de wereld. Hij kwam voor in Noord-Amerika, Europa en Azië. Olifanten en mammoeten horen bij de slurfdieren. De steppemammoet was het grootst: hij kon wel 4,5 meter hoog worden. De wolharige mammoet was een stuk kleiner; hij was iets hoger dan drie meter. Alle mammoeten hadden grote slagtanden. Die waren veel groter dan die van de olifanten zoals wij die kennen. Mammoeten waren net als de olifanten planteneters. Omdat ze zo’n groot lijf hadden, moesten ze ook veel eten. Van al dat malen van het voedsel sleten de kiezen. Zeker in de koude periode toen de planten op de toendra’s droog en vezelig waren. De tanden van de mammoet waren dan ook heel bijzonder. Ze waren veel hoger dan die van olifanten.De grote kop van olifanten heeft een slurf en slagtanden.
De slurf wordt gebruikt om te grijpen bij het zoeken naar voedsel, als slang om water op te zuigen, voor tast en reuk en om te aaien. De zware schedel heeft luchtholten en een eigenaardig gebit. De slag- of stoottanden zijn doorgroeiende snijtanden zonder wortel in de bovenkaak, die als werktuig worden gebruikt. Ze bestaan helemaal uit ivoor omdat de bovenlaag die van email bestaat snel afslijt. Het gebit heeft vier kiezen, in elke kaakhelft één. Deze apart gebouwde kiezen bestaan uit verticale platen van tandbeen (ivoor), bedekt met email en zijn met elkaar vastgemaakt met cement. De kiezen slijten af door het harde plantenvoedsel en worden vervangen door de er onder uitgroeiende kiezen; dat gebeurt vijf- of zesmaal in het leven van de olifant, waarna de dan nog levende olifant sterft van de honger. Olifanten worden hooguit 70 jaar. De grote oren spelen een rol in bij hun gedrag en bij de regeling van de temperatuur (de oren zijn het grootst bij de Afrikaanse savanneolifant, die het meest aan de zon staan en kleiner bij de Afrikaanse bosolifant (bosbewoner) en het kleinst bij de Indische olifant, die het meest in het bos woont). De dikke maar gevoelige huid is grijs of bruin van kleur en een beetje behaard met hard en stug haar; jonge olifanten kunnen ook behaard zijn, maar dit verdwijnt met het opgroeien. Aan de staart heeft de olifant een platte kwast met hele harde borstels. Olifanten zijn intelligente dieren met een slecht gezichtsvermogen, maar met goed ontwikkelde reuk, smaak, tastzin en gehoor.
😀 😉 🙂 😀 ;D >:( >:( ;D 😉 ;D :ovghcggcgfgfcgcgfcgccgcgfhg