In gesprek met Dr. Ir. Hubert Rampersad
De vraag naar wat creativiteit inhoudt verwordt al snel tot een kwestie waarin de persoon, het proces of het product (de drie p’s van het creativiteitsonderzoek) figureren. De p van het creatieve proces laat zich ontleden in een aantal fasen, bijvoorbeeld van preparatie, incubatie, illuminatie en verificatie van ideeën. De p van product ten slotte, staat centraal in analyses van mogelijke criteria voor creatieve producten, zoals nieuw, grensoverschrijdend, waardevol, et cetera. De p’s van persoon en proces hebben in dit verband even betrekking op de uitvinder, in dit onderhavige geval op de in Suriname geboren Hindostaanse geleerde, Hubert Rampersad. Rampersad heeft zijn ontastbare idee onsterfelijk gemaakt door het vast te leggen in zijn essay, “EFFECTIVE PERSONAL and COMPANY BRAND MANAGEMENT. Personal branding is volgens hem dé manier om je van anderen te onderscheiden en de sleutel om succesvol te worden. Zijn pleidooi in zijn werk is dan ook: verspil niet te veel tijd en geld aan marketing & sales, Personal branding is veel effectiever. Het blijkt dat branding niet alleen op producten c.q. bedrijven van toepassing is maar vooral ook op mensen. Personal branding werkt namelijk op dezelfde manier als bij bedrijven, namelijk: gepassioneerd aan anderen laten blijken wat jou uniek, anders, speciaal maakt en op basis hiervan een positieve emotionele response proberen te krijgen. Je bent ook een merk. Iedereen heeft een eigen merk. Deze publicatie onthult metaforen die een nieuw en ongekend geestesklimaat weerspiegelen. Hubert Rampersad heeft met zijn methode, de TPS, total performance management, de wereld even in zijn houdgreep. Zijn uitvinding heeft velen binnen de academische wereld en het bedrijfsleven doen verbijsteren, anderen spraken over een magistrale methode. Deze creativiteit van Rampersad is bij hem ooit ontstaan middels zijn interactie met de sociale gemeenschap. Hij schreef zelf: “ Ik begon op een holistische wijze over mensen en organisaties te denken; over wat hen meer betrokken en gelukkig zou maken op het werk, over hoe een balans tussen werk en privé te creëren, hoe het gat tussen werkleven en privéleven te verkleinen, hoe meer plezier en passie te creëren op het werk, hoe persoonlijke integriteit te ontwikkelen, hoe een sfeer van vertrouwen en echt leren te creëren, hoe angst en wantrouwen binnen organisaties te elimineren, hoe een echt lerende organisatie kan worden gecreëerd, hoe slimmer kan worden gewerkt en hoe dit alles te integreren valt tot een holistisch en harmonisch geheel en op te schrijven is in een boek. Ik wilde mijn passie tot iets meer vormen om organisaties menselijker te maken. Ik wist dat hogere productiviteit het resultaat hiervan zou zijn.”
In het algemeen worden de mooiste en creatiefste uitvindingen gedaan op zolderkamertjes voordat die een keer publiekelijk erkenning krijgen. Bij Rampersad was er kennelijk sprake van een psychologische creativiteit op een geestelijk zolderkamertje, waarbij zijn brouwsel vorm en inhoud kreeg op processen in zijn bovenkamer. Zijn alom geprezen roemruchte methode is dan ook verworden tot een historisch en sociologisch fenomeen.
Wat was het van jouw TPS geworden als je die niet in Amerika had ontwikkeld maar in Nederland?
Aanvankelijk had ik de TPS in Nederland gelanceerd, t.w. in het tijdvak 2002 -2006, via de gemeente Amsterdam, de ABN etc. Dat was mij goed bevallen. Bepaalde elementen waaronder de spiritualiteit hebben langzaam gewerkt in Nederland. Ik was te kritisch ingesteld maar waar er een enorme onverschilligheid tegenover stond. Ik was een éénpitter. Nederlanders zijn vanwege hun nuchterheid te sceptisch . Amerikanen daarentegen zijn echte ondernemers die resoluut tot de orde van de dag komen. Men vond mij toentertijd hier al erg “Amerikaans “ Je mag in Nederland bijvoorbeeld niet vertellen dat je drie boeken hebt geschreven. Je wordt gauw neergezet als een egotripper. Als een “bakra “hetzelfde vertelt dan is dat pas een hottopic om daar serieus aandacht aan te besteden.
Het laatste vind ik wel erg vreemd. Nederlandse onderzoekers hebben juist geconstateerd dat allochtonen op sollicitaties en selecties te bescheiden over komen waardoor men hen niet ziet zitten. Hoe zit het hiermee nou precies?
Het is een goede zaak bescheiden te zijn. Mahatma Gandhi zei ooit: “je moet je ego reduceren tot nul “ Bescheidenheid hoeft niet altijd gepaard te gaan met een “ingevroren “ ego. Maar er is weldegelijk een relatie tussen. Ik heb hier mijn business waardoor ik mij bescheiden opstel, maar op het moment dat ik in Dubai ben, Brazilië of waar dan ook, ben ik gewoon een Amerikaan. Nederlanders weten zich goed in te pakken waardoor zij bescheiden over komen, maar het is gewoon een tactiek van hun. Ik heb ca. 40 jaar in Nederland gewoond en heb altijd geleerd dat jij je bescheiden moet opstellen. Desalniettemin kom ik niet bescheiden over. Als ik een zaal binnen wandel heb ik het hele publiek in mijn grip, en als ik daarbij bescheiden zou zijn zou ik mijn grip verliezen.
Maar als je Nederlanders een klassieke eigenschap als nuchterheid toedicht en je ontvangt er geborneerdheid en struisvogelangst voor terug, dan is er toch geen sprake van nuchterheid. Zijn de Amerikanen juist niet nuchter en gepassioneerd?
Ik denk dat je gelijk hebt. Bij Nederlanders is er niet echt sprake van ondernemerschap maar van een handelsgeest. Ondernemerschap betekent dat je risico’s moet durven nemen, je moet om bij de Amerikanen te blijven, twee keer failliet zijn gegaan om te beseffen wat ondernemerschap eigenlijk inhoudt. In Nederland wordt je reeds bij het concipiëren van een plan van de tafel geveegd en gedemotiveerd er ooit een begin aan te maken.
De originaliteit van jouw filosofie is dat geluk, passie en plezier op het werk een balans moeten vormen tussen werk en privé. Het succes van een mens komt voort uit diens innerlijke opdracht en diens authentieke droom. De mens moet zich bewust zijn van zijn persoonlijke ambitie en zijn personal brand. Klopt het inderdaad dat datgene waar jij je mentaa , zelfs meditatief op instelt, daadwerkelijk ook gerealiseerd kan worden. Zelf geloof ik hier niet erg in omdat ik mij eens zeer gemotiveerd had ingesteld op de realisatie van een hotelschip te Amsterdam, er alles voor had gedaan wat ik doen moest maar uiteindelijk door toepassing van een ambtelijke regel geen ligplaats kreeg toegewezen. Deze procedure nam ca. 10 jaar in beslag.
Ik begrijp wat je bedoelt. Het hangt er van af welk doel je beoogt. Wil je de wereld helpen veranderen, zoals moeder Thérésa, Nelson Mandela, Mahatma Gandhi dat deden dan krijg je je doelen gerealiseerd.
Ik heb het niet over immateriële en/of materiële doelen die ik wens te bereiken. Bij mij gaat het erom dat ik ondanks de door jouw benoemde passie, plezier, personal brand etc. , toch van de kaart werd geveegd door maar één wetsregel. Hierin voorziet jouw theorie weer niet.
Ik ben het met je eens. Ik ben blij dat je dat zegt. Ik heb de laatste jaren zelf ontdekt wat je zegt. Het geeft aan dat jij in jouw denken heel ver bent. Ik werk al jaren keihard met mijn eigen concept. Ik word aan alles geholpen, aan roem, aan erkenning etc., behalve aan geld. Ik wilde een bestseller schrijven in Amerika hetgeen mij prima gelukt is, ik wilde erkend worden door universiteiten als de Harvard, Yale en noem maar op, hetgeen ook gebeurd is, terwijl mensen die 1% bereikt hebben van wat ik heb bereikt heb, stinkend rijk. Ik kan alles, behalve geld verdienen. Toch kun je met de externe factoren leren managen. Je zou kunnen denken aan netwerken, je zou moeten leren dealen, samenwerking aangaan met derden en vierden. De externe factor mag wel belangrijk zijn maar maak er geen hoofdzaak van. Je moet leren dealen met jouw beperkingen. Jouw brand is zeer belangrijk. Je moet je leren verkopen.
Als ik jouw levensverhaal lees, valt mij op dat jij ondanks jouw afkomst uit een gewoon Hindostaans gezin, in Nederland op een miraculeuze wijze zowel het voortgezet onderwijs, het middelbaar onderwijs en het academisch onderwijs met een eclatant tempo heeft voltooid. Zag men toentertijd geen aanleiding u het lange traject te besparen doordat u overduidelijk veel meer kon dan datgene waar u krachtens de toepasselijke leerroute in was terechtgekomen. Buitengewoon begaafde leerlingen worden in Nederland er vrij vroeg uitgevist en dientengevolge ook speciaal bejegend. Waarom mocht dat bij u niet het geval zijn?
Het lag helemaal aan mij, hoewel ik het liefst de route VWO had willen bewandelen. In Suriname was ik tot twee keer toe blijven zitten op de basisschool waarna men in 1971 besloot mij op het vliegtuig naar Nederland te zetten. Gelet op mijn gedemotiveerdheid zorgde mijn familie in Nederland ervoor dat ik in Hengelo op de LTS was gezet, hetgeen maar een educatieve therapie was mij van de straat af te houden. Ik vond er het best leuk, vooral met het hout bewerken, Freezen etc. Na de LTS kreeg ik zin in de MTS, vervolgens in de HTS tegenwoordig Hogeschool), en tot slot de Technische universiteit te Delft alwaar ik werktuigbouwkunde en robottisering studeerde. Na het afstuderen promoveerde ik binnen twee-en-een-half jaar tot doctor aan de Technische universiteit te Eindhoven, alwaar ik ook docent werd in de productietechniek.
Ongeveer 55% van de Nederlandse bedrijven is een familiebedrijf. Ondernemers van en in familiebedrijven, familieondernemers, zijn bijzonder inspirerend. Dit komt door hun visie, de helderheid van hun denkbeelden, de eenvoud van hun aanpak en bovenal door de meeslepende liefde voor hun onderneming. Welke afwegingen zou u belangrijk vinden bij de keuze tussen de continuà¯teit van de onderneming, het rechtvaardig handelen naar betrokkenen en de harmonie binnen de familie?
Bij familiebedrijven kent men een personal brand en een family brand. The match is heel erg belangrijk.
Familiebedrijven zijn heel gewone bedrijven, net als alle andere ondernemingen. Wat maakt hen dan bijzonder: het feit dat zij een meer dan gemiddelde bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in Nederland? Omdat zij vanwege het stabiele bedrijfsklimaat in staat zijn om over de lange termijn een relatief hogere winst te behalen dan niet-familiebedrijven?
Ik denk dat het bij familiebedrijven het mooie is dat er een harmonie is, een saamhorigheid. Het zit ‘m in het feit dat er meer commitment is, weinig bureaucratie, een collectieve cultuur en de harmonie.
Rabin Gangadin