Een knipoog van onsterfelijkheid .– deel 2


SpecialsWe liepen langs de autoweg, weg van de Kalverstraat, om de drukte te ontwijken. Ik wou dat we die nooit ontweken hadden. De dood zou ons snel groeten. Voor ons zag ik een bus waarvan de toeter niet ophield af te gaan.

We dachten dat er misschien een defect was of een botsing met een auto, waardoor de bestuurder geà¯rriteerd was. We moesten echter door…en ik zag voor de bus de benen van een man…omgekomen…of niet lang meer in leven op onze aarde.

Ik schreeuwde mijn vriendin om niet te kijken, maar ik had het al gezien…dat misvormde lichaam dat een levend mens niet zou kunnen aanhouden en het bloed uit zijn mond die voor mij de hoop deden opgeven. Hij…hij was nog precies in de houding dat hij dood was gegaan. Ik wilde iets doen, maar wat konden we nou nog doen? Een agent was al ter plekke en we konden niet in de weg gaan staan voor de hulpdiensten…maar we konden dit ook niet aanzien en liepen met angst en triestheid snel door. Het zijn de momenten in je leven waarop je benen als lood lijken. Enkele minuten later zag ik de eerste politiezwaailichten en sirenes van ambulances weerklinken. Een traumahelikopter verscheen in de lucht. De wieken leken gelijk te gaan aan het kloppen van zijn hart. Zo langzaam, zo stil, nog maar eventjes. Klopte het nog? Ik hoopte het wel, maar mijn gevoel zei heel wat anders.

Ik snapte niet dat het me zo aangreep, mijn vriendin en ik besloten in de kantine van de universiteit te gaan zitten om bij te komen. Waarom pakte het me nu wel en voorheen nooit?? Ik had eerder dode mensen gezien, ouder en veel jonger dan ik. Ik vreesde mijn eigen dood ook niet…maar deze jongen was als één van mijn medestudenten. Niet zoals anderen…Hij was…als ik. Hij was zo iemand naar wie ik zou lachen op straat, een jonge twintiger, misschien begin dertig en nog in het midden van z’n leven. Ik was niet voorbij gegaan aan zijn leven. Ik was à­n het moment van voorbijgang geweest. Getuige van de knipoog van onsterfelijkheid, waaraan we op dat moment niet meer kunnen ontsnappen. Waarop God ons even vasthoudt en laat weten dat we hier maar tijdelijk zijn. Hij was daar en liep een seconde zonder op te letten en weg was zijn leven. Geschept. Dood. Dat was het. Het verhaal van zijn leven moest op deze manier ophouden.

Die avond wilde ik niet thuis zitten. Ik wilde naar mijn vrienden van mijn team en mijn coach, zoals altijd. Daar lukte het echter niet om mijn hoofd er bij te houden. Waarom kon ik het niet loslaten? Tijd is genadevol in zaken als deze in het leven. Aangenaam vol genade. Na twee nachten voelde ik me immens beter, maar ergens stak het toch. Ik merkte dat ik in staat was om te geven om een complete vreemde, om me te bekommeren om zijn nabestaanden, dat iemands dood mij kon raken. Waar dat een jaar geleden absoluut niet het geval zou zijn geweest. Maar ik merkte ook ineens hoe fragiel ik was, hoe het leven je elk moment ontnomen kon worden en hoe genadeloos wreed je niet in de hand hebt wanneer.

Dat het leven te kort is en dat je er dan ook wat van moet maken. Misschien raakte het me zo erg, omdat ik wist dat ik ook eens wat van mijn leven moest maken, maar dat ik net niet die stap zette…me er telkens nét van weerhield. De boodschap van zijn plotselinge dood zo gruwelijk voor mijn gezicht gesmeten zou in feite ook overduidelijk moeten zijn. Leven is veel moeilijker en vereist het meeste lef van de wereld. Neem daarom het risico om te leven dan te wachten op je dood. De dood is immers geen risico, want het is niet aan ons. Maar het leven wel. Durf bang te zijn, want dan weet je wat het is om de glans van het leven te voelen. Die angst overwinnen is leven.

Sadhana

Reacties

      Schrijf een reactie


      Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

      Register New Account
      Wachtwoord opnieuw instellen