Duncan Ward toont verrassende kanten zijn orkest en zichzelf


Corona voelt als verleden tijd, maar de effecten van de pandemie waren zondag toch nog merkbaar in de concertzaal. Philharmonie zuidnederland zou in Muziekgebouw Eindhoven een nogal eclectisch internationaal programma spelen, met naast De Vuurvogel van Stravinsky ook de Nederlandse première van een symfonische ode aan India door de Finse componist Eero Hämeenniemi. Maar dat bleek geografisch te uitbundig: de soliste voor wie Hämeenniemi zijn Yaadum Uuree componeerde, de Indiase zangeres Bombay Jayashri, kon vanwege coronarestricties niet afreizen. De veelbelovende jonge chef-dirigent Duncan Ward leidde in plaats daarvan La création du monde van Milhaud.

Ward studeerde het klein bezette werk twee jaar geleden al in met het orkest. „De blazers hier hebben jazz in hun bloed”, zei hij toen in een interview; de soli van vooral de altsax waren inderdaad erg mooi, al schortte het wat aan echte opwinding. Door de programmawisseling viel het gedeelte voor de pauze op papier wel erg kort uit (La création du monde duurt maar een kwartier), maar Ward had nog een verrassing in petto.


Lees ook het interview met Duncan Ward: ‘De bloeitijd ligt hier nog in de toekomst’

Accelererende motor

Terwijl achter hem het podium volstroomde, sprak hij over de vraag hoe een artistiek statement te maken over de oorlog in Oekraïne. Russische muziek cancelen was volgens hem in ieder geval het verkeerde signaal. De uitkomst was het koorwerk Prayer for Ukraine (2014) dat de Oekraïense componist Valentin Silvestrov maakte tijdens de Maidan-protesten, in een arrangement voor groot strijkorkest, hoorns en toonloze fluiten: eenvoudige muziek met een grote emotionele reikwijdte, niet in de laatste plaats door de context.

Het concert had tóch nog een vleugje India behouden. Ward, dit seizoen aangetreden als chef, is behalve dirigent ook componist. Het korte orkestwerk Fumes componeerde hij in 2010, nadat hij op uitnodiging van sitarlegende Ravi Shankar in Californië een maand Indiase muziek had gestudeerd. Van oosterse couleur locale was evenwel geen sprake: Fumes begon met een accelererende motor in de lage strijkers, waarna een eruptie van kleur zich over het orkest verspreidde. Het middendeel maakte met zijn hortende ritmes een wat diffuse en richtingloze indruk, totdat een no-nonsense-koebel de zaak met verve naar het filmische, zelfs enigszins glamoureuze einde joeg.

Zo liet het programma in kort bestek allerlei kanten van Ward en zijn orkest zien, en dat beviel prima. Het hoofdgerecht was de volledige balletmuziek van Stravinsky’s Vuurvogel, waarin Ward bewees een overtuigend betoog van drie kwartier te kunnen opspannen. Er werd goed gemusiceerd, en de fagotsolo’s in het beroemde ‘Slaaplied’ tegen het einde waren prachtig.



Lees verder op:
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/03/28/duncan-ward-toont-verrassende-kanten-zijn-orkest-en-zichzelf-a4105474

Reacties

      Schrijf een reactie


      Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

      Register New Account
      Wachtwoord opnieuw instellen