Dow Chemical zaait verdeeldheid in Indiase regering


NEW DELHI, In Bhopal, India, werd op 10 september dit jaar de giframp herdacht, waarbij een gifwolk uit de Union Carbide pesticide fabriek dood en verderf zaaide in de krottenwijken bij de fabriek. Zo’n 3.000 mensen werden direct gedood en daarnaast overleden in de afgelopen 20 jaar minimaal 15.000 mensen aan de gevolgen. Ook nu zijn nog duizenden ernstig ziek en worden veel misvormde kinderen geboren. De fabriek is nooit opgeruimd en bevat nog steeds giftige stoffen, die het grondwater, en daardoor de lokale watervoorziening, vergiftigen. De hulpverlening en schadevergoeding aan de slachtoffers en nabestaanden is al 20 jaar volstrekt onvoldoende.

Actievoerders eisen dat Dow het vervuilde terrein schoonmaakt en de slachtoffers compenseert voor het leed. De gehandicapten hebben werk en inkomen nodig. Ze eisen tevens een medische behandeling van zeker twee generaties overlevenden. De houding van Dow Chemicals lijkt, gezien het lot van tienduizenden Indiase burgers, verwerpelijk. De vraag is echter of de actievoerders zich wel richten op de juiste partij. Sec gesteld is Dow noch verantwoordelijk voor de lekkende gifstoffen op de nacht van 3 december 1984 noch voor de afhandeling van de gevolgen van de ramp. Juridisch gezien mag het bedrijf de handen in onschuld wassen. Want het à­s geen eigenaar van Bhopal en is dat nooit geweest. Bij de overname in 2001 van Union Carbide is het verleden afgekocht. Dat bedrijf had na de nodige rechtszaken uiteindelijk 470 miljoen dollar schadevergoeding betaald (gemiddeld vierhonderd dollar per slachtoffer). In 1994 had het afstand gedaan van de vestiging in Bhopal. Het werd verkocht aan een Indiase ondernemer, die de plicht op zich nam het terrein schoon te maken.

Ontdaan van de rotte plek van het concern gooide het bedrijf zich zeven jaar later in de verkoop: de enige bieder die overbleef was Dow Chemicals. Maar achter deze formeel gestelde onschuld schuilen juridische afspraken, overnamecontracten en meer in algemene zin machtsverhoudingen in de wereld. De afhandeling van de ramp in Bhopal laat zien hoe multinationals omgaan met lokale overheden, internationale afspraken en hun eigen concept van ‘corporate social responsibility’ voor milieu, werknemers en omwonenden van een concern in de Derde Wereld. Dat is de praktijk van de theorie waar over wordt gedebatteerd op topbijeenkomsten van de World Trade Organization of tijdens het jaarlijkse World Economic Forum in Davos.

Aangaande de interpretatie van ‘responsibility’ staan Greenpeace en Dow Chemicals lijnrecht tegenover elkaar. De crux is terug te voeren op de verkoop van het bedrijf in Bhopal door Union Carbide in 1994 aan de lokale overheid en een Indiase onderneming. De hamvraag is: hoe werd die overname geregeld? Hoe dwingend zijn er eisen gesteld ten aanzien van het smerige terrein? Greenpeace weet het niet. ‘We krijgen daar geen vinger achter, dat is juist het punt. Je ziet telkens na een ramp hetzelfde gebeuren: een concern heeft zoveel macht en zulke goede juristen in huis dat het zich indekt’, aldus Eco Matser, Greenpeace-campainer gifstoffen. .«Bij lokale overheden in de Derde Wereld speelt het element van verrijking een rol. Ook dat is lastig. In het algemeen vinden wij dat à¡ls bedrijven zeggen maatschappelijk verantwoord te willen ondernemen, zij dat ook werkelijk moeten doen.

We zien dat multinationals er een dubbele standaard op nahouden: in de westerse wereld houden zij zich aan de wetten en milieueisen. Ze zien dat preventieve maatregelen goedkoper zijn dan het risico van een ramp. In de Derde Wereld daarentegen wordt nauwelijks een pro-actief beleid gevoerd. Daar bestaat eerder de neiging om het erop aan te laten komen. In Bhopal moesten bestrijdingsmiddelen zo goedkoop mogelijk worden geproduceerd, waarbij veiligheid onbelangrijk was.

Het saneren van de grond van tankstations is ook een goed voorbeeld: Shell doet dat in het Westen wel, maar weigert dat in landen als Argentinië. Multinationals trekken naar landen waar de minste regels zijn. Bhopal vormt een keerpunt. De ramp was zo kolossaal dat het besef groeide dat het gaat om een structureel probleem dat zich overal ter wereld voordoet: van vieze olietankers tot vervuilde bodems. De verantwoordelijkheid zal in internationale, overkoepelende rechtsregels gevangen moeten worden. In de Bhopal Principles zijn tien regels opgesteld over hoe corporate crime voorkomen moet worden. Ook Dow Chemicals heeft een morele plicht tegenover Bhopal.

De Indiase regering is scherp verdeeld. Het ministerie van Chemicaliën en Kunstmest heeft voor de rechter een miljard roepie (18 miljoen euro) geëist als voorlopige betaling voor het herstel van het gebied. Het ministerie van Justitie is hier echter tegen en zegt dat hiervoor eerst de exacte voorwaarden van de fusie tussen Dow en Carbide moeten worden bestudeerd.

Volgens de organisaties van de slachtoffers heeft Carbide nooit een juiste weergave gedaan van de passiva die ze hadden. Enkele directeuren staan voor een Indiaas hof terecht wegens dood door nalatigheid. Dow houdt vol dat het als Amerikaans bedrijf niet onder jurisdictie van Indiase rechters valt. Over Dows aansprakelijkheid is nog geen uitspraak gedaan. Dow is opgedragen 386 ton van het bovengrondse giftige afval op te ruimen, maar over de 8000 ton onder de grond en de honderden tonnen die verspreid zijn over het terrein houdt het hooggerechtshof van de betreffende deelstaat zijn mond.

Alle gevestigde belangen zijn overduidelijk aan het werk om Dow te helpen zijn aansprakelijkheid en verplichting te ontlopen.”, zegt Nityanandan Jayaraman van de International Campaign for Justice in Bhopal. “Ondanks de hoge economische groei gedraagt India zich nog als een achterlijk land dat bedrijfsbelangen boven het leven van burgers plaatst“

De meeste slachtoffers van de giframp hebben minder dan 110 euro gekregen voor het lichamelijke lijden dat hen is aangedaan. Zelfs de families van de overledenen ontvingen slechts 3600 euro. Een groot deel van de schadevergoeding zou zijn afgeroomd door corrupte ambtenaren en politici.

In november 2004 wist een groep activisten, de Yes Men, veel aandacht voor de zaak te genereren door zich voor te doen als vertegenwoordigers van Dow Chemical. Live op BBC World vertelden ze dat Dow de volledige aansprakelijkheid op zich zou nemen, de directeur van Union Carbide zou laten berechten en een grote schadevergoeding zou betalen. Pas enkele uren later werd pas duidelijk dat Dow Chemical hier niets mee te maken had, en nog steeds niet de aansprakelijkheid op zich wilde nemen.

Reacties
  1. Reply
    kip
    december 16, 2010 om 9:03 am

    ;D ;D :'( 😛 >:( 8) :-* 😮 >:( >:( >:( >:( ;D ;D >:( >:( ;D ;D 😮 🙁 >:( >:( >:( >:( :-*

  2. Reply
    kip
    december 16, 2010 om 9:04 am

    ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D;D;D;D;D;D;D;D;D;D;D

    Schrijf een reactie


    Let op. Het e-mailadres is niet verplicht maar hou er rekening mee dat deze wel gepubliceerd.

    Register New Account
    Wachtwoord opnieuw instellen